Inleiding
Het verloop van het meerjarenperspectief staat hieronder op hoofdlijnen weergegeven. De onderdelen worden vervolgens in de paragrafen toegelicht. Deze toelichting is ook terug te vinden in de beleidsprogramma's onder het kopje 'Wat mag het kosten?'.
Dit meerjarenperspectief bevat de ontwikkelingen uit de Perspectiefnota 2020 t/m 2023 en autonome ontwikkelingen die sindsdien financieel zijn vertaald.
Bedragen x € 1.000 | ||||
Meerjarenperspectief | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Begroting 2019 (incl. kleuren van de begroting) | 17 | 952 | 160 | 160 |
Perspectiefnota 2020 - 2023 | ||||
Autonome ontwikkelingen | -3.999 | -2.949 | -2.847 | -2.212 |
Besparen en verhogen inkomsten | 1.695 | 3.835 | 4.060 | 3.960 |
Investeren in de vijf bewegingen | -1.081 | -1.521 | -1.301 | -1.591 |
Overige autonome ontwikkelingen | ||||
Algemene uitkering: meicirculaire | 326 | 73 | -493 | -414 |
Personeelskosten en vergoedingen | -100 | -120 | -188 | -188 |
Voordeel verlagen uitkeringenbestand | 0 | 0 | 0 | 110 |
Mutatie sociaal domein | -30 | -30 | -30 | -30 |
Overige autonome ontwikkelingen | 108 | 61 | 61 | 46 |
Temporiseren Investeren in de vijfbewegingen | 0 | 0 | 0 | 290 |
Begroting 2020 | -3.064 | 301 | -578 | 131 |
* Amendement 21 "Gedifferentieerd tarief toeristen belasting" | -65 | -65 | -65 | -65 |
Begroting 2020 na amendement | -3.129 | 236 | -643 | 66 |
Perspectiefnota
De autonome ontwikkelingen zijn opgenomen in bijlage 1. Het saldo van deze ontwikkelingen wordt voornamelijk verklaard door teruglopende rijksinkomsten (€ 1,3 mln), transitiekosten outsourcing ICT (€ 1,5 mln) en het effect van stijgende prijzen bij het sociaal domein, openbare ruimte en loonkosten (€ 0,9 mln).
De ambities voor deze collegeperiode zijn verwoord in het raadsakkoord en collegeprogramma. Om deze te realiseren zijn voor de vijf bewegingen acties benoemd over hoe invulling wordt gegeven aan deze ambities. Dit betreft tijdelijke impulsen en structurele maatregelen die de komende jaren gefaseerd worden ingevoerd; van 50% in 2022 naar uiteindelijk 100% in 2024. De fasering is voor een aantal acties aangepast ten opzichte van de Perspectiefnota. Daarmee stuurt het college de ambities bij voor een structureel sluitend meerjarenperspectief.
Om een gezonde financiële positie te creëren en ruimte te maken voor de ambities, wordt bespaard op de uitgaven en worden de inkomsten verhoogd. Voor 2020 zijn de volgende maatregelen effectief:
1.1 | Verminderen publicaties college- en raadsbesluiten | € 50.000 | |
2.1 | Vrijval door harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang | € 600.000 | |
3.3 | Verlagen onderhoudsniveau plantsoenen | € 75.000 | |
4.3 | Besparing op de ambtelijke organisatie | € 90.000 | |
5.1 | Niet inzetten op verhogen bereik collectieve zorgverzekering | € 150.000 | |
6.1 | Bezoeker laten betalen (toerisme en recreatie) | € 435.000* | |
6.4 | Verhogen inkomsten begraafplaatsen | € 30.000 | |
7.1 | Verlagen begrotingsposten ‘onvoorzien’ | € 100.000 | |
7.3 | Minder inzet economisch beleid | € 50.000 | |
7.4 | Verminderen ondersteuning bestuur / bijeenkomsten | € 50.000 | |
€ 1.630.000 |
* In de raadsvergadering van 7 november 2019 is ingestemd met het amendement 21 “Gedifferentieerd tarief toeristen belasting”. Het bedrag bij 6.1 “Bezoeker laten betalen (toerisme en recreatie)” is verlaagd van € 500.000 naar € 435.000. Dit brengt de “besparingen en verhoging van inkomsten” op een totaal bedrag van € 1.630.000.
Vanaf 2021 wordt aanvullend aan (bijsturings-)maatregelen ingevoerd, dus in totaal € 3.835.000. Deze worden gedurende 2020 nader uitgewerkt. Een meerjarige doorkijk van deze maatregelen en de invulling van de ambities staan opgenomen in de bijlage .
Verlagen omslagrente
In de Begroting 2020 wordt voor de toerekening van de rente aan de taakvelden de renteomslag extra verlaagd naar 2,00 % (extra 0,25%). Op deze wijze blijven we binnen de bandbreedte die het BBV voorschrijft (0,5% positief of negatief). De kosten van deze verlaging € 155.000 kunnen worden gedekt binnen het budget van de kapitaallasten.
Overige autonome ontwikkelingen
Algemene uitkering: meicirculaire
De meicirculaire kent een aantal ontwikkelingen met een aanzienlijk financieel effect, dit geldt zowel voor de ‘plussen’ als de ‘minnen’:
- extra middelen jeugdhulp voor de jaren 2019 t/m 2022;
- daling vrije ruimte BTW compensatiefonds;
- bijstelling kerngegevens en prijzen.
De circulaire laat in de eerste jaren een positiever beeld zien. Deze loopt af en slaat in 2022 om naar een nadeel van ruim dan € 0,4 mln.
Personeelskosten en vergoedingen
De partijen zijn vlak voor de zomer tot nieuwe cao afspraken gekomen. Deze afspraken zijn hoger dan Velsen heeft opgenomen in het meerjarenperspectief. Het nadelige effect van de cao voor de stijgingen uit 2019 en 2020 geeft een nadeel van nadeel van € 280.000. Daarnaast zijn alle personeel gerelateerde budgetten geactualiseerd. Per saldo resteert een tekort van € 100.000 in 2020, oplopend naar € 188.000 in 2023.
Het nadelige effect voor de doorwerking naar 2021 (€ 150.000) is niet meegenomen in de begroting. Indexeringen van het volgende begrotingsjaar worden regulier in de Perspectiefnota meegenomen. Dit betreft de cao-doorwerking, indexering van het uitvoeringsbudget en de vergoeding in de algemene uitkering voor deze prijsontwikkelingen.
Voordeel verlagen uitkeringenbestand
In de Perspectiefnota zijn de voordelen van het verlagen van het uitkeringenbestand opgenomen voor een periode van drie jaar. Na nader onderzoek over de werking van het toerekenen van dit (BUIG) budget kan dit voordeel ( €110.000) structureel worden meegenomen.
Stijgende kosten Sociaal domein
Op basis van de huidige informatie is een analyse gemaakt van de kosten voor jeugdhulp en Wmo. Bij beide nemen de kosten toe, onder andere door toenemend gebruik . De extra kosten voor jeugdhulp (€ 1 mln) worden gecompenseerd door de extra inkomsten van het Rijk (meicirculaire). Deze inkomsten begroten we structureel, dit sluit aan op het advies van de provincie om deze tijdelijk toegezegde inkomsten (2019 t/m 2021) structureel mee te mogen nemen in het meerjarenperspectief.
Het abonnementstarief heeft naast de toename van het gebruik van de Wmo voorzieningen ook als gevolg dat de inkomsten uit eigen bijdragen aanzienlijk afnemen (€ 0,7 mln). Bij de invoering van deze nieuwe regeling heeft het Rijk de gemeente gecompenseerd voor deze ontwikkelingen. Velsen heeft hiervoor een compensatie van € 780.000 ontvangen. Deze compensatie is net toereikend om de daling van de inkomsten uit eigen bijdrage te compenseren.
Het Rijk monitort de effecten van het abonnementstarief. De minister heeft aangegeven dat als daaruit blijkt dat de regeling uit de pas loopt de bereidheid er is om iets met de resultaten te doen. Dit kan zowel beleidsmatige als financiële bijsturing zijn. Daarom zijn wij er vanuit gegaan dat het Rijk met een aanvullende compensatie komt voor de effecten van het abonnementstarief. In de begroting zijn wij uitgegaan van een compensatie van 75% van ons verwachte tekort (€ 555.000).
-3.064 | 301 | -578 | 131 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
Bedragen x € 1.000 | ||||
Meerjarenperspectief | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Ontwikkeling kosten | ||||
Jeugdhulp | -997 | -997 | -997 | -997 |
Wmo | -1.520 | -1.520 | -1.520 | -1.520 |
Dekking | ||||
Extra middelen jeugdhulp - meicirculaire 2019 | 1.152 | 1.152 | 0 | 0 |
Extra middelen jeugdhulp - verwachte voortzetting | 0 | 0 | 1.152 | 1.152 |
Compensatie abonnementstarief - meicriculaire 2018 | 780 | 780 | 780 | 780 |
Overige autonome ontwikkelingen
- Indexering materiële budgetten : Het effect van de prijsindex van 1,5% voor 2020 wordt op hoofdlijnen berekend. Bij het nader uitwerken daarvan blijkt dat een aantal incidentele ontwikkelingen meegenomen zijn. Dit is niet benodigd voor de uitvoering van de werkzaamheden waardoor € 66.000 structureel vrijvalt;
- OZB waardeontwikkeling: Ook in Velsen stijgen de prijzen van woningen, daarmee stijgt ook de OZB-waarde. Het OZB tarief wordt verlaagd met deze waardestijging, zodat de eigenaren geen extra OZB betalen door de toegenomen waarde van de woning. Deze stijging werkt echter ook door in een korting op de Algemene uitkering, dit geeft een nadeel van € 260.000;
- Sail: het budget (€ 135.000) blijkt structureel te zijn begroot, in plaats van 1 keer in de vijf jaar. Dit budget kan dan ook vrijvallen;
- Reserve verkiezingen: de analyse van de onderbouwing van de voorziening laat zien dat de komende jaren een lagere toevoeging noodzakelijk is om de kosten te egaliseren. Dit geeft een voordeel van € 55.000;
- GGD inspecties: de extra middelen die wij van het Rijk hebben ontvangen voor de inspecties van kinderdagverblijven is niet geheel nodig om deze taken uit te voeren. Dit geeft een structureel voordeel van € 30.000;
- Vrijval Grondexploitaties : Op basis van het vastgestelde MPG is er in 2020 een voordeel van €180.00.
Temporiseren Investeren in de vijf bewegingen
Om een sluitend meerjarenperspectief te presenteren temporiseert het college de ‘Investeringen in de vijf bewegingen’ ten opzichte van de Perspectiefnota en stelt de fasering van een aantal acties voor het jaar 2023 bij. Dit betreft de volgende projecten:
- Ideale buitendienst;
- Meer participeren;
- Handhaven en ondermijning;
- Groenstructuurplan;
- Re-integratie.
In de bijlage is een bijgesteld overzicht van Investeringen in de vijf bewegingen opgenomen.