Ontwikkeling areaal
Meegenomen financiële consequenties bij de berekening van de opbrengst OZB in begroting 2020:

• Opgeleverde woningen en niet woningen 2018 en de uitkomsten van bezwaren tegen de WOZ- waardebeschikkingen 2019.

Niet meegenomen:

• De financiële consequenties van de areaaluitbreiding van woningen en niet-woningen in 2019;
• De financiële consequenties van de ingediende bezwaren tegen de waardebeschikkingen 2019 die nog niet zijn afgehandeld;
• Verschillen tussen de geprognotiseerde waardestijging en de werkelijke waardestijging van de WOZ-waarden.

De werkelijke WOZ-waarden van 2019 zijn de basis voor de opbrengst OZB in de begroting 2020:

• Voor de woningen valt de werkelijke waardeontwikkeling in 2019 circa € 243 mln. hoger uit dan de geprognosticeerde waardeontwikkeling van de begroting 2019. Daardoor stijgt de opbrengst in 2020 met circa 4,63% in plaats van de verwachte stijging van 1,5%.
• Voor de niet-woningen is de werkelijke waardeontwikkeling in 2019 circa 33 mln. lager dan de geprognosticeerde waardeontwikkeling van de begroting 2019. Daardoor daalt de opbrengst in 2020 met circa 0,57% in plaats van de verwachte stijging van 1,5%.

Indexering tarieven OZB
Voor 2020 wordt uitgegaan van een stijging van het OZB-tarief voor woningen en niet-woningen met 1,5 % ten opzichte van 2019. Hierin is ook rekening gehouden met de voorlopige percentages van de waardeontwikkeling van de woningen voor het WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2019.

Voor deze waardeontwikkeling 2020 wordt de landelijke waardeontwikkeling van de Waarderingskamer gehanteerd:

• Voor woningen is dit + 9%, dit leidt tot een omrekenfactor waardeontwikkeling 0,9174;
• Voor niet-woningen is dit  + 2%, dit leidt tot  een omrekenfactor waardeontwikkeling 0,9804.

Op basis van bovenstaande tarieven 2020 houdt de gemeente netto € 0,025 mln. minder over aan de belastingopbrengsten OZB dan in 2019.

Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten
Voor 2020 worden de tarieven geïndexeerd met 1,5%.