I. Beoordeling weerstandsvermogen
Doordat de risico’s die gemeenten lopen verschillen, is het niet mogelijk een algemene norm te stellen voor een goede relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s (het benodigd weerstandsvermogen). Het is aan de gemeenten zelf een beleidslijn te formuleren over de weerstandscapaciteit die de organisatie noodzakelijk acht in relatie tot de risico’s (Circulaire BBV).
Weerstandsvermogen
Het benodigde weerstandsvermogen dat uit de risico-inventarisatie voortvloeit, wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit en uitgedrukt in een ratio.
Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / gekwantificeerde risico's
De ratio wordt beoordeeld door gebruik te maken van onderstaande waarderingstabel. Deze waardering is tot stand gekomen in samenwerking tussen het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) en de Universiteit Twente.
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
---|---|---|
A | >2 | Uitstekend |
B | 1,4 - 2 | Ruim voldoende |
C | 1 - 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 - 1 | Matig |
E | 0,6 - 0,8 | Onvoldoende |
F | <0,6 | Ruim onvoldoende |
Het weerstandsvermogen wordt in een ratio weergegeven. De ratio wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door het benodigd weerstandsvermogen.
Om het benodigde weerstandsvermogen te bepalen worden de risico's en weerstandscapaciteit geïnventariseerd. In de onderstaande paragrafen worden de afzonderlijke onderdelen toegelicht.
De componenten en het ratio van het weerstandsvermogen staan hieronder weergegeven.
(bedragen x € 1 mln) | ||||||
Weerstandsvermogen | Jaarstukken | Begroot | Jaarstukken | Begroot | ||
2017 | 2019 | 2018 | 2020 | |||
Totaal weersstandscapaciteit | 16,6 | 15,6 | 17,7 | 14,8 | ||
Totaal risico's | 8,7 | 7,6 | 8,3 | 8,9 | ||
Weerstandsvermogen | 1,9 | 2,1 | 2,1 | 1,7 |
Het ratio weerstandsvermogen is afgenomen naar 1,7. Deze daling werd bij de Perspectiefnota verwacht, door incidentele aanvulling van het begrotingstekort uit de Algemene reserve. Ook zijn de risico's voor het sociaal domein (open einde regeling en continuïteit van zorg) hoger ingeschat. De ratio van 1,7 blijft boven het door de raad gestelde minimum van 1,4.